Het noodplan in de PGS15 wordt aangescherpt in de 2015 versie. In hoofdstuk 3 van de PGS15:2015 komt te staan dat ‘Indien in de inrichting meer dan 10 000 kg verpakte gevaarlijke stoffen of CMR stoffen worden opgeslagen, meer dan 1 000 kg zeer giftige verpakte stoffen (ADR-klasse 6.1 verpakkingsgroep I of stoffen van klasse 8, verpakkingsgroep I, met aanvullend etiket modelnr. 6.1) worden opgeslagen of gasflessen met giftig/bijtende of giftige inhoud met een totale waterinhoud van meer dan 250 l worden opgeslagen, moet in de inrichting een actueel intern noodplan aanwezig zijn. In het noodplan zijn de getroffen organisatorische en technische maatregelen ter bestrijding van ongeval of incident zijn omschreven. In het noodplan moeten onder andere de mogelijke scenario’s met gevaarlijke stoffen en een lijst met telefoonnummers opgenomen zijn voor gebruik bij incidenten.’
Dit betekent dat er nog specifieker verwezen wordt naar de gevaarlijke stoffen scenario’s. Daar komt nog de volgende toevoeging bij:
‘Regelmatig, en ten minste eenmaal per drie jaar moet het intern noodplan worden geëvalueerd, beproefd en zonodig gewijzigd. Bij de evaluatie wordt rekening gehouden met veranderingen die zich in de inrichting hebben voorgedaan, en met nieuwe kennis en inzichten.’
Aan het noodplan in de PGS15 worden dus strengere eisen gesteld. Wil je ondersteuning bij het opstellen van een bedrijfsnoodplan, raadpleeg hier.