Met de komst van de nieuwe Omgevingswet in 2018 krijgen bedrijven en overheden te maken met een nieuwe stijl omgevingsvergunning en bijbehorend besluit (Besluit Activiteiten Leefomgeving). Tegen deze achtergrond krijgt ook de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) een nieuwe vorm. In dit nieuwsbericht leest u wat PGS Nieuwe Stijl precies inhoudt en welke gevolgen de nieuwe opzet heeft voor bedrijven en overheden.
In 2018 wordt de nieuwe Omgevingswet van kracht. In het kader van de komst van deze nieuwe wet worden ook de nodige stappen gezet met het ontwikkelen van een nieuwe, duidelijkere structuur van de richtlijnen uit de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS). Bestaande PGS-publicaties worden omgezet naar de nieuwe structuur. Ook het uiterlijk verandert om PGS Nieuwe Stijl duidelijk herkenbaar te maken.
Wat is een PGS-richtlijn?
Een PGS-richtlijn is een document over specifieke activiteiten met gevaarlijke stoffen. Het beschrijft integraal de belangrijkste risico’s van die activiteiten voor het milieu, externe veiligheid, brandveiligheid en de gezondheid en veiligheid van werknemers. De relatie met de betreffende wetgeving wordt benoemd en doelen worden zo specifiek mogelijk geformuleerd om deze risico’s te beheersen en de negatieve effecten voor mens en milieu te beperken. In de richtlijnen worden concrete preventieve en repressieve maatregelen uitgewerkt waarmee een bedrijf ten aanzien van de omschreven risico’s op door de overheden erkende wijze aan de betreffende wetgeving kan voldoen.
Elementen PGS Nieuwe Stijl
Naar aanleiding van diverse discussies en rapporten heeft PGS Nieuwe Stijl de volgende hoofdelementen gekregen:
• Duidelijke relatie met de wettelijke kaders
• Inventarisatie en evaluatie van de belangrijkste risico’s
• een duidelijke beschrijving van het doel;
• het vastleggen van erkende maatregelen om aan die doelen te voldoen;
• hierbij werken partijen met de zogenaamde risicobenadering om hoofd- en bijzaken te onderscheiden.
Risicobenadering
In de PGS Nieuwe Stijl speelt de zogenaamde risicobenadering een belangrijke rol. Dit is een aanpak waarmee PGS-teams op een systematische manier doelvoorschriften en erkende maatregelen vaststellen, naar aanleiding van een inventarisatie en evaluatie van de risico’s. Dit gebeurt door het uniform identificeren van mogelijke scenario’s. Vervolgens worden deze risico’s/scenario’s gewogen en geclassificeerd. Op basis van de risico’s worden doelvoorschriften geformuleerd. Deze basis biedt de nodige kennis en focus op het doel om gefundeerde besluiten te nemen als het gaat om de keuze voor de benodigde maatregel(en).
Bedrijven die zelf de kennis en kunde hebben om veilig omgaan met gevaarlijke stoffen te waarborgen kunnen met PGS Nieuwe Stijl duidelijk zien aan welke doelen zij moeten voldoen. Tegelijkertijd biedt PGS Nieuwe Stijl bedrijven die deze kennis missen, de nodige informatie hierover (uitwerking van maatregelen). Met deze nieuwe werkwijze heeft een bedrijf of overheid meer informatie over de beoogde risico’s en doelen om te bepalen of het redelijk is een maatregel uit een PGS op te volgen of te kiezen voor alternatieve maatregelen.
De risicobenadering heeft verschillende voordelen:
• risico’s worden systematisch in kaart gebracht;
• risico’s worden vergeleken en keuzes maken wordt gemakkelijker;
• de doelen worden duidelijker onderbouwd in de PGS Nieuwe Stijl. Daardoor wordt het voor bedrijven en overheden duidelijker waarom bepaalde eisen worden gesteld;
• bij het verschijnen van een nieuwe PGS komt een uniforme geharmoniseerde aanpak voor implementatie beschikbaar. Hiermee wordt meer landelijke uniformiteit gecreëerd.
Slagvaardige teams
PGS Nieuwe Stijl werkt met kleinere teams. Per vertegenwoordiger in de PGS-programmaraad (IPO, VNG, Inspectie SZW, brandweer, VNO-NCW en MKB) worden maximaal twee vertegenwoordigers afgevaardigd. Kleinere teams vergroten de slagvaardigheid van de PGS-organisatie en bewaken de balans tussen bedrijfsleven, overheid en andere partijen. Op het moment dat een PGS wordt geschreven met een breed onderwerp, zullen veel branches en overheden willen meepraten. De vertegenwoordigers uit de branches zullen voortaan worden verwezen naar het achterbanoverleg dat per PGS door de industrie wordt georganiseerd. Ditzelfde geldt voor overheden die input willen leveren; hun bijdrage wordt georganiseerd via de Impuls Omgevingsveiligheid.
Bestuurlijk Omgevingsberaad (BOb) als opdrachtgever
Het Bestuurlijk Omgevingsberaad, het BOb heeft een belangrijke rol bij de PGS Nieuwe Stijl. Het BOb is het centraal bestuurlijk overleg over het vergunningverlening, toezicht en handhaving o.l.v de Minister van IenM. Aan het BOb doen in relatie tot de Publicatiereeks in ieder geval mee: de ministers van I&M, SZW en V&J, drie vertegenwoordigers van de omgevingsdiensten, vertegenwoordigers van de bevoegde overheden en het OM. Het BOb stelt het jaarprogramma voor de PGS-beheerorganisatie vast. Het budget wordt apart vastgesteld als onderdeel van het programma Impuls Omgevingsveiligheid 2015-2018. Ook stelt het BOb de kaderstellende uitgangspunten vast en eventuele (beleids)uitgangspunten per PGS-richtlijn. Het BOb is dus “opdrachtgever” van de PGS-beheerorganisatie.
In het BOb worden ook afspraken gemaakt over besluitvorming over de termijnen waarbinnen bepaalde onderdelen of doelen van een PGS-richtlijn van toepassing worden op bestaande situaties en de manier waarop dat wordt geïmplementeerd (juridische doorwerking).
Referentiedocument
Na totstandkoming en toetsing stelt het BOb de richtlijn vast als referentiedocument. Dat betekent:
• dat SZW de PGS-richtlijn(en) die voldoen aan de kaderstellende uitgangspunten en de marginale toets doorstaan, in een beleidsregel aanwijst zoals dit ook gebeurt met Arbocatalogi;
• dat het ministerie van Infrastructuur en Milieu de PGS-richtlijn als het uitvoeringskader voor het toezicht op het Activiteitenbesluit beschouwt (implementeert in het Besluit Activiteiten Leefomgeving) en als BBT-document voor de Wabo-vergunningverlening;
• dat de provincies en gemeenten bij Wabo-vergunningverlening en toezicht de PGS-richtlijn als uitvoeringskader hanteren voor het toepassen van ten minste BBT op grond van de Wabo en de IPPC-richtlijn;
• dat veiligheidsregio’s de PGS-richtlijnen gebruiken als richtlijn bij de advisering over brandveiligheid, de omgevingsvergunning, toezicht en handhaving en bij de voorbereiding van de brand- en rampenbestrijding;
• dat de Brzo-toezichthouders de PGS-richtlijnen als een belangrijk referentiekader beschouwen bij het toezicht op de naleving van het Brzo. Met name waar het gaat om de maatregelen die nodig zijn op grond van artikel 5 van het Brzo.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu zal als stelselverantwoordelijk bewindspersoon voor de Wabo en coördinerend bewindspersoon voor het Brzo zorgen dat bevoegde gezagen, toezichthouders en uitvoeringsorganisaties op de hoogte zijn van de besluitvorming in het BOb.
Tijdspad
De eerste stappen voor PGS Nieuwe Stijl zijn inmiddels gezet. Momenteel worden lopende PGS’en volgens de oude werkwijze afgerond. Voor PGS 13, 25, 26, 28 en 30 is de nieuwe werkwijze inmiddels gestart. Deze werkwijze wordt in de komende maanden geëvalueerd en eind 2017 moeten de PGS-publicaties Nieuwe Stijl gereed zijn.
Stappenplan voor de risicobenadering
Breng de context in kaart
0. vergaren informatie: informatie verzamelen over incidenten, risico’s, wettelijk kader, good engineering practice, BBT, etc.
Het beoordelen van de risico’s:
1. Identificatie: breng mogelijke oorzaken en gevolgen in kaart
2. Analyse: verdiep inzicht in kansen en gevolgen
3. Evaluatie: classificeer de scenario’s (bijv. met een matrix)
Breng in kaart welke maatregelen nodig zijn
4. Breng mogelijke maatregelen in kaart
5. Beoordeel de risico’s met toepassing van de mogelijke maatregelen
6. Stel vast of risico’s met maatregelen aanvaardbaar zijn (vanuit de wettelijke kaders)
Implementeer de resultaten in de PGS
7. Doelvoorschriften
8. Erkende maatregelen
Evaluatie van de resultaten
Onder andere worden hierbij de resultaten vergeleken met de bestaande PGS